dinsdag 19 mei 2015

Crisis, met een uitroepteken!



Vanaf afgelopen donderdag zijn we langzaam onderdelen aan het verliezen van onze goed geoliede machine genaamd : gezin.
De crisis begon op donderdag met een crisis in de bus, zoals het busje in het liedje “het busje komt zo”. Zo voelde het ook toen het busje uiteindelijk arriveerde bij ons voor de deur. Het verhaal, tja in het kort gezegd komt het erop neer dat er een ontsnapping had plaatsgevonden van één van de kids uit “het busje” tijdens een stop een dorp verderop. Deze onverlaat vond het nodig om een eindje in zijn eentje uit wandelen te gaan. Wel jammer dat de buschauffeuse het daar niet mee eens was. Er werd een korte achtervolging ingezet door een van de kinderen terwijl de chauffeuse op wacht bleef staan bij de bus om daar de rest in bedwang te houden. Ik begin hier al te fronsen, iets klopt hier niet. In ieder geval de een kan de ander niet vinden en deze komt geheel uit vrije wil weer terug naar “het busje”. Hierop worden de betreffende ouders geïnformeerd dat er een ontsnapping heeft plaatsgevonden en of ze zo vriendelijk willen zijn om hun kind op te pikken als ze hem vinden! Dit houdt in dat mijn zoon bijna een half uur later thuis komt. En ik ondertussen al gecheckt heb of er ergens tussen vertrekpunt en aankomstpunt niet een file staat of erger….crisis.
Na een uur arriveert het busje met inhoud voor mijn deur. Doordat de overige heren in “het busje” al een uur onderweg zijn zijn ze toe aan een sanitaire tussenstop. Aldus geschiedde. Het was een moment van totale ontlading, want na het hoognodige toiletbezoekje gingen de overgebleven heren even los. Rondjes door de straat rennen, schreeuwen en om het compleet te maken vond een van de heren het nodig om zich te ontkleden en een rondje bus te doen, via de achterbak, over de banken en dan er aan de voorkant weer uit. De chauffeuse stond erbij en keek ernaar, haar dringende oproep tot luisteren werd uiteindelijk een roep des wanhoop.
Vrijdag, voetbaltraining. Geheel soepel verliep dit niet. Bij thuiskomst hoor ik het al aan hoe het autoportier wordt dichtgesmeten. De knal tegen de voordeur versterkt mijn vermoeden, en het geschreeuw en gevloek maakt het plaatje compleet. Frustratie alom, niemand die overspeelt, en als mijn zoon dan de bal heeft dan roept iedereen dat hij hem moet overspelen terwijl hij dat heel goed zelf kan besluiten! In plaats van deze irritaties te delen met de vier aanwezige trainers neemt hij ze lekker mee naar huis om ons thuis te laten meegenieten van zijn woede uitbarsting.
Daarop werd de zaterdag geheel uit zijn normale structuur getrokken. Mijn zoon krijgt begeleiding individueel door twee verschillende begeleiders. Deze zaterdag zouden ze met elkaar meelopen tijdens de begeleiding van mijn zoon, dit in het kader van uitwisselen van kennis en overlappende zorg. Maar dit ging mijn zoon even boven zijn pet. Ieder moest op zijn eigen “eiland” blijven want samen dat hoort gewoonweg niet!
Het etentje met zijn viertjes daarop, wat we ook bijna nooit doen omdat het altijd stress geeft,  en wat ik al twee weken had ingepland en had voorbereid, gaf nog meer stress. Het begon met het enge masker op de toiletdeur bij het restaurant, dit had onze zoon namelijk onthouden van de vorige keer ruim een jaar geleden. Zijn vader moest daarop beloven dat hij elke keer onze zoon zou begeleiden naar het toilet.  De drukte in het restaurant, wij noemen het gezellig druk, zorgde voor hoofdpijn en een tic, knipperend oog. Het gevoel van het gemis van de hond (die thuis lekker in haar mandje ligt) kwam opeens boven borrelen en de ogen vulde zich automatisch met nattigheid. Onze zoon huilt niet, hij heeft water in zijn ogen, zoals hij zelf zegt.

Uiteindelijk zat ik dus met een huilende, zo noem ik het, knipperende zoon, hand in hand aan tafel, drinkend uit een glas, in het restaurant, heel hard aan het proberen te genieten van ons lang geplande etentje.  Wat eindigde in het feit dat onze zoon zo  gestrest was en de angst voor het masker op de toiletdeur van de mannen zo intens was geworden dat hij samen met mij de nacht heeft doorgebracht en mijn man “uit logeren” ging in onze zoon zijn bed.
De verjaardag op zondag van vrienden hebben we, mijn zoon en ik, voorbij laten gaan aangezien we de zondag begonnen met ontbijtstress. De pancakes die mijn zoon ging maken voor het ontbijt waren niet zoals hij zich had ingebeeld, niet perfect rond. Nog meer hoofdpijn en buikpijn volgde.
Maandag volgt ook niet geheel probleemloos, zijn meester verdwijnt ziek naar huis. Zijn steun en toeverlaat op school is weg. Dan moet je je zorgen maken over meester want die nam wel twee pillen met water in en  dat kunnen geen paracetamol zijn want als mijn zoon ziek is  krijgt die ook een paracetamol en die smelten, daar heb je geen water voor nodig! Dus dan vraag je je af welke pillen meester dan nu geslikt heeft en volgt automatisch de vraag: wordt meester wel weer beter?
Dinsdag komt daarop en mijn zoon zijn voetbal wordt op het dak geschoten van de school. De bal die hij zo zorgvuldig heeft uitgekozen in de winkel en waar hij zelf 20 euro voor heeft betaald. Juist zijn bal, en die bal kan pas op woensdag van het dak gehaald kan worden. Daarnaast kan mijn zoon zijn cheese dippers in de lunchpauze niet opeten omdat hij maar 10 minuten heeft om zijn broodje te eten en dus is er niet genoeg tijd en dus stress. En meester is nog steeds ziek.
De lunch die we op woensdag altijd nuttigen bij Opa en Oma  gaat niet door omdat zijn zusje op tijd naar een partijtje moet, maar dat was mijn zoon vergeten dus wordt ik in paniek gebeld dat hij aan de andere kant van de wijk bij mijn ouders staat. Weer vocht in de ogen bij mijn zoon, hij had zich vergist. De dag eindigt in niet slapen, drukte in zijn hoofd en weer een logeerpartij bij zijn moeder. En nog steeds is zijn meester ziek.
Donderdag is er een klassenlunch. Stress: want ja wat ga je dan eten? Wat is de bedoeling van een klassenlunch? Moet dat gezellig zijn? Wat staat er op tafel? Hoe lang duurt de lunch? Naast wie moet ik zitten? Wat als ik het nou niet lekker vindt? We nemen maar voor de zekerheid eigen broodjes mee.
Na regen komt zonneschijn, zeggen ze. Ik hoop het.

Marie-José